In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog vormde zich langzamerhand een samenleving waarin gemak en luxe voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar moeten zijn: het begin van onze welvaartsstaat. In 1956 was op de tentoonstelling “This is tomorrow” de eerste kleine Pop Art collage te zien van Richard Hamilton, waarin hij met plaatjes uit reclamefolders en tijdschriften een fictief toekomstbeeld samenstelde.
Fig 1
Richard Hamilton: “Just what is it that makes todays homes so different, so appealing?” (Fig 1) 1956
Dit complexe beeld, met een verhalend karakter, is kenmerkend voor de Engelse Pop Art, maar bevat ook alle elementen die in de Amerikaanse Pop Art uitgangspunt waren: populair, consumptief, oppervlakkig en goedkoop.
Hamilton maakte deze collage voor de catalogus van de tentoonstelling "This is tomorrow". Het woord POP komt erop voor, en de wereld van de popkunstenaar komt tot uitdrukking: de moderne, gecommercialiseerde samenleving. Stripverhalen, televisie, reclameborden en merknamen, het absurd geïdealiseerde echtpaar. De pop art kunstenaar kiest zijn onderwerpen uit het leven van alledag. In het moderne stadsbeeld zijn bijvoorbeeld overal merknamen en afbeeldingen van filmsterren te zien. Dit zijn de symbolen van welvaart. De Pop Art kunstenaars zetten zich niet af tegen deze opkomende welvaart. Ze maken juist gebruik van die clichés uit de consumptiemaatschappij. Daarom is pop art ook populair bij het gewone publiek. Het werk is herkenbaar en ongecompliceerd: geen ingewikkelde theorieën meer.
Robert Rauschenberg: straatafval assemblage (Fig 2)
Elke morgen ging Rauschenberg een blokje om, op zoek naar bruikbaar afval: hij verzamelde bijna al zijn materiaal op straat.
Fig 2
Roy Lichtenstein: brushstroke (Fig 3)
Het onderwerp van dit schilderij -woeste kwaststreken- illustreert de reactie van de Pop Art op het Abstract Expressionisme. Lichtenstein schilderde ze in stripstijl minutieus na..
Fig 3
Roy Lichtenstein: meisje met haarband (Fig 4)
Roy Lichtenstein zocht zijn motieven dus ook in de consumptiemaatschappij. Zijn kunst is gewoon herkenbaar voor iedereen:
"Sinds Cézanne is de kunst onrealistisch geworden, uitsluitend op zichzelf betrokken. Maar Pop Art houdt zich bezig met de moderne wereld en accepteert ze zoals ze is."
Fig 4
Andy Warhol ontwikkelde een volstrekt emotieloze, afstandelijke stijl: blikjes Campbell’s soep (Fig 5), coca-colaflessen en vooral (veel) dollarbiljetten, omdat hij daar het meest van hield.
Hij trok zich niets aan van alle waarden die tot op dat moment de beeldende kunst haar status hadden gegeven: individualiteit, emotie, eeuwigheidswaarde en uniciteit waren niet aan hem besteed. Andy reproduceerde gewoon cultuurindustriële producten. Kunst werd een consumptieartikel.
Fig 5
Andy Warhol: Marilyn Monroe (Fig 6)
In Warhols vergrotingen van tot idool gemaakte filmsterren versterkte de zeefdruktechniek het anonieme en clichématige karakter van de voorstelling. De ware Marilyn Monroe met haar werkelijke levensloop, met haar eigen identiteit, hoorde daar niet in thuis. Zoiets paste niet in de schappen van een beeldende instant-supermarkt.
Fig 6
Parallel met de Pop Art zochten de Nouveaux Realisten hun inspiratie in de producten en beeldmiddelen van de moderne maatschappij. In de werkelijkheid zelf vonden ze alledaagse gebruiksartikelen als uitgangspunt voor hun kunst, die ze voornamelijk in driedimensionale objecten verwerkten. De gekozen middelen werden meestal destructief toegepast door aftakeling of gedeeltelijk vernietigen.
Pop Art was een directe uiting van de Westerse consumptiemaatschappij, en 'esthetiseerde' het ideaalbeeld. Aangegeven door de massamedia pasten ze daar ook hun stijl bij aan... maar bij de Franse Nouveaux Realisten lag dat toch een beetje anders. Zij richtten zich juist op de vormentaal en schoonheid van afvalproducten. Ze verdoezelden die niet met een gladde afwerking: oude, aangetaste materialen weerspiegelden het maatschappelijk verbruik. Daardoor zijn hun werken moeilijker te begrijpen.
Jean Tinguely: Fata Morgana (Fig 7)
Al in zijn kindertijd experimenteerde Tinguely met allerlei fantasieapparaten. Van het door de consumptiemaatschappij uitgebraakte afvalmateriaal construeerde hij anarchistische antimachines.
Fig 7
Niki de Saint Phalle begon haar carrière als model voor glossy tijdschriften als Vogue, Elle en Life. In haar latere sculpturen bracht ze op een kleurige, speelse manier een eigen visie op vrouwelijke kwaliteiten in beeld. De veelkleurige, mollige vrouwenfiguren die haar wereldberoemd maakten noemde ze Nana's (Fig 8): het zijn vruchtbaarheidsgodinnen, die later de functie van beschermengeltje kregen.
Fig 8
bron: http://www.digischool.nl/ckv1/beeldend/popart/popart2.htm
Hier enkele video's over Pop-art.
Graag had ik een reactie van jullie gehad.
zondag 15 november 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)